Reglement

Algemeen

Artikel 1

  1. Doel van de Stichting is financiële steun te verlenen aan de deelnemers als zij in omstandigheden geraken die financiële steun noodzakelijk maken, en waarin financiële steun door werkgever, zorgverzekering of andere instanties niet of niet voldoende wordt verleend, of niet geëigend is. Deze steun houdt hoofdzakelijk verband met geneeskundige verzorging en/of ziekte of sociale nood. (Conform artikel 3 van de Statuten).
  2. Voor de uitvoering van de doelstelling heeft het Bestuur van de Stichting op basis van de statuten (art. 16) onderhavig reglement vastgesteld.
  3. Met inachtneming van het bepaalde in de statuten en in dit reglement kan de Stichting, binnen het kader van de doelstelling van het Fonds, aan de deelnemers als bedoeld in artikel 1 van de statuten, resp. artikel 2 lid 1 van dit reglement, alsmede ten behoeve van de gezinsleden zoals bedoeld in artikel 2 lid 2 van dit reglement, uitkeringen verstrekken terzake van uitgaven voor geneeskundige verzorging en financiële steun verlenen in verband met sociale omstandigheden (artikel 5a en 5b van dit reglement).
  4. De uitgaven voor geneeskundige verzorging houden vooral verband met ziekte, ongeval, invaliditeit en bevalling. Dit betreft uitgaven waarin niet of niet voldoende is voorzien via:
    – de door de deelnemer afgesloten zorgverzekering, zijnde de basisverzekering,
    – het (de) daarenboven door de deelnemer afgesloten aanvullende verzekeringspakket(ten),
    – andere voor de deelnemer geldende regelingen terzake vergoedingen/tegemoetkomingen voor ziekte- en/of zorgkosten, dan wel vergoedingen op basis van wettelijke regelingen zoals bijvoorbeeld de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
  5. Bij het toekennen van een tegemoetkoming komen de eventuele vergoedingen die door zorgverzekeraars kunnen worden verstrekt niet voor vergoeding in aanmerking. Voor het toekennen van een tegemoetkoming wordt als referentie gehanteerd dat de deelnemer maximaal verzekerd is bij zorgverkeraar Zilveren Kruis/Achmea of bij zorgverzekeraar VGZ, dan wel bij een andere zorgverzekeraar op basis van een vergelijkbaar pakket.
  6. Of en onder welke voorwaarden uitkeringen kunnen worden verleend, staat uitsluitend ter beoordeling van het Bestuur dat zich zo nodig van deskundig advies laat voorzien.

Deelnemerschap

Artikel 2

  1. Onder gerechtigde deelnemers als bedoeld in dit reglement worden verstaan:
  1. De werknemers die voor onbepaalde tijd in dienst zijn bij Essent of RWE Generation Nederland dan wel met haar gelieerde ondernemingen;
  2. de gepensioneerde werknemers van Essent of RWE Generation Nederland respectievelijk van de dochtermaatschappijen van Essent voor zover aangewezen als gelieerde onderneming, alsmede van de rechtsvoorgangers van Essent respectievelijk van de hiervoor bedoelde dochtermaatschappijen, zijnde zij die de dienst van een der voornoemde vennootschappen verlaten hebben in het genot van een ouderdomspensioen, een invaliditeitspensioen, een uitkering in het kader van vervroegde uittreding of een uitkering op grond van de van toepassing zijnde wachtgeldregeling, dan wel een door de betrokken vennootschappen van toepassing verklaarde analoge regeling, waaronder ook een WW-uitkering voorafgaande aan een vorm van pensionering; Als deze WW-periode wordt opgevolgd door een dienstverband elders is verdere deelname uitgesloten;
  3. weduwen of weduwnaars, dan wel de daarmee gelijkgestelde relatiepartners, als bedoeld in de bij voornoemde vennootschappen van toepassing zijnde collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) van de onder 1 en 2 genoemde groepen;

én die na aanmelding bij het Fonds door het Bestuur als zodanig zijn aanvaard.

  1. Onder gezinsleden als bedoeld in dit reglement worden verstaan:
    1. Degene met wie de deelnemer gehuwd is. Voor de toepassing van de reglementen van het Sociaal Fonds wordt met het huwelijk gelijkgesteld:
      1. de relatiepartner
        – met wie een geregistreerd partnerschap is gesloten (artikel 1:80a BW) of
        – met wie men ongehuwd samenwoont en een gemeenschappelijke huishouding voert met het oogmerk duurzaam samen te leven, hetgeen blijkt uit een officiële schriftelijke verklaring.
      2. een weduwe of weduwnaar (zie art. 2.1.c) die hertrouwt, heeft voor zijn of haar nieuwe partner (en kinderen) geen aanspraken op het Fonds;
    2. inwonende kinderen tot 21 jaar die niet zelf in hun levensonderhoud kunnen voorzien en die geen aanspraak kunnen maken op een wettelijke uitkering (studiefinanciering hiervan uitgezonderd). Vergoedingen of tegemoetkomingen van het Fonds aan hier bedoelde gezinsleden en overige gezinsleden vindt alleen plaats op basis van originele op naam gestelde en betaalde nota’s of facturen of van een op naam gesteld kosten- en vergoedingenoverzicht van de zorgverzekeraar.
  1. ter nadere uitvoering van het bepaalde in artikel 12 van de statuten dient de aanmelding van het deelnemerschap schriftelijk te geschieden binnen drie maanden na de datum van indiensttreding bij werkgever, middels het insturen van een door Bestuur vastgesteld aanmeldingsformulier. Eerste aanmelding na pensionering is derhalve niet mogelijk;
  2. indien aanmelding geschiedt na de periode als bedoeld in lid 3 wordt een wachttijd van één jaar gehanteerd, alvorens een recht op uitkering van vergoedingen ontstaat;
  3. afmelding als deelnemer kan slechts geschieden door schriftelijke opzegging. In geval van opzegging in de loop van het betreffende kalenderjaar vindt geen restitutie plaats van de bijdrage als bedoeld in art. 13 van de statuten;
  4. bij ontslag uit actieve dienst bij Essent of bij RWE of bij gelieerde onderneming(en) eindigt het deelnemerschap per ontslagdatum. Er volgt geen restitutie van de deelnemersbijdrage naar rato van de nog niet verstreken periode van het jaar. Indien het ontslag rechtstreeks gevolgd wordt door pensionering dient de deelnemer zelf de eventuele continuering kenbaar te maken aan het Fonds.

Bestuur

Artikel 3

  1. De leiding van de Stichting berust bij een uit minimaal vijf leden bestaand bestuur, afkomstig uit de kring van geregistreerde deelnemers. De leden worden benoemd door het Bestuur;
  2. Het Bestuur informeert de Centrale Ondernemingsraad van Essent en de Ondernemingsraad van RWE Generation Nederland over deze benoemingen.

Deelnemersbijdrage

Artikel 4

  1. Ter nadere uitvoering van het bepaalde in artikel 13 van de statuten geldt dat de jaarlijkse deelnemersbijdrage telkens voor een kalenderjaar in het 1e kwartaal van het jaar automatisch geïncasseerd wordt door het Fonds. In geval van geaccepteerde aanmelding in de loop van het jaar wordt de bijdrage naar evenredigheid op maandbasis vastgesteld;
  2. Iedere deelnemer is verplicht toestemming te geven voor automatische incasso van de jaarlijkse deelnemersbijdrage.

Uitkeringen en financiële steun / Uitkeringen in verband met ziekte- en zorgkosten

Artikel 5a

  1. Ter verkrijging van een uitkering als bedoeld in dit reglement, moet aan het Bestuur door de deelnemer worden overlegd een (kopie van een) tenaamgestelde gespecificeerde rekening en/of het origineel van het eveneens tenaamgestelde uitkeringsbesluit van de zorgverzekeraar. Het Bestuur kan bepalen dat een uitkering eerst wordt gedaan nadat betaling van de rekening door de deelnemer is aangetoond. Indien nodig zal het Bestuur bij deelnemers in actieve dienst bij Essent of RWE een bewijs vragen dat deelnemer nog in loondienst is ten tijde van de behandeling (gemaakte kosten) waarvoor een tegemoetkoming wordt gevraagd;
  2. indiening van een rekening moet plaats hebben uiterlijk 30 april van het jaar volgend op het jaar waarop de rekening betrekking heeft. Bij indiening na deze termijn kan het Bestuur bij wijze van hoge uitzondering per geval beoordelen of zich bijzondere omstandigheden hebben voorgedaan die alsnog tegemoetkoming in (een deel van) de kosten rechtvaardigen. Alleen de kosten gemaakt tijdens het deelnemerschap aan het fonds komen voor vergoeding in aanmerking; hierbij is de termijn van behandeling bepalend;
  3. het na goedkeuring Bestuur ten laste van de Stichting Sociaal Fonds Essent komende gedeelte van de kosten zal aan de deelnemer worden uitbetaald. Dit gebeurt als regel binnen drie maanden nadat de rekening(en) en het (de) uitkeringsbesluit(en) van de zorgverzekeraar door het Bestuur zijn ontvangen en geaccordeerd;
  4. in bijzondere gevallen kan aan een deelnemer een voorschot worden uitbetaald, met het oog op te betalen kosten; dit ter individuele beoordeling door het Bestuur;
  5. de in het eerste lid bedoelde rekening(en) en het (de) van de zorgverzekeraar ontvangen uitkeringsbesluit(en) respectievelijk van andere ziektekostenregelingen van de (gelieerde) bedrijven en vergoedingen uit andere (wettelijke) regelingen zullen zo nodig door of vanwege het Bestuur worden gecontroleerd. Het Bestuur kan daartoe deskundig advies inwinnen. Bij geconstateerde onregelmatigheden is het Bestuur bevoegd de uitkering ter zake van de betreffende aanvraag te weigeren;
  6. de uitkeringen waartoe het Bestuur heeft besloten, zijn niet vatbaar voor enige handeling waardoor enig recht op die uitkeringen aan derden wordt toegekend;
  7. ten onrechte genoten uitkeringen moeten aan de Stichting Sociaal Fonds Essent worden terugbetaald en zijn terstond opeisbaar. In ieder geval zullen ten onrechte genoten uitkeringen worden verrekend met nog toe te kennen uitkeringen;
  8. de betaling van de uitkeringen geschiedt op een door het Bestuur vast te stellen wijze;
  9. een uitkering wordt niet verstrekt:
    1. indien de ziekte of het ongeval door eigen opzet is veroorzaakt, tenzij betrokkene daarvan op grond van zijn geestelijke toestand geen verwijt kan worden gemaakt;
    2. indien aanspraak zou kunnen worden gemaakt op vergoeding van kosten van geneeskundige verzorging en/of op verstrekkingen op grond van enige andere verzekering, respectievelijk op grond van enige wet of andere voorziening. In een dergelijk geval zal de Stichting Sociaal Fonds Essent alleen die kosten voor vergoeding in aanmerking kunnen laten komen die het bedrag waarop de deelnemer elders aanspraak zou kunnen maken te boven gaan, en het uit te keren bedrag gedurende een kalenderjaar meer dan het door het Bestuur vastgestelde drempelbedrag bedraagt;
    3. indien de kosten betrekking hebben op leveringen en verrichtingen die niet behoren tot het gangbare terrein der geneeskunde, respectievelijk daaraan te relateren zijn;
    4. indien de kosten verband houden met algemene preventieve maatregelen op het gebied van volksgezondheid;
    5. indien de kosten betrekking hebben op geneeskundige keuringen.
  10. voor het aanvragen van een tegemoetkoming dient gebruik te worden gemaakt van de daarvoor door het Bestuur vastgestelde formulieren en procedures.

Financiële steun in verband met buitengewone omstandigheden

Artikel 5b

  1. Een aanvraag voor een tegemoetkoming in buitengewone omstandigheden dient per e-mail dan wel schriftelijk bij het Bestuur te worden ingediend, onder vermelding van de hoogte van de (te verwachten) kosten, en onder bijsluiting van een verklaring van de behandelend (medisch) specialist(en). Het Bestuur adviseert om in geval van te voorziene omvangrijke en langlopende uitgaven vooraf een indicatieve kostenopgave aan het Bestuur voor te leggen, waarop het Bestuur een voorlopig besluit zal nemen;
  2. een aanvraag voor financiële steun dient eveneens per e-mail of eventueel schriftelijk bij het Bestuur te worden ingediend. Voor het vaststellen van een tegemoetkoming kan het Bestuur de betrokken deelnemers horen. Het Bestuur kan uitsluitend ná goedkeuring van de deelnemer een rapport van bijvoorbeeld een maatschappelijk werker opvragen of inlichtingen opvragen bij derden. Het Bestuur is bevoegd te beslissen over ingediende aanvragen voor financiële steun. Of, en zo ja in welke vorm, er financiële steun verleend zal worden staat uitsluitend ter beoordeling van het Bestuur. Op ingediende aanvragen voor financiële steun zal het Bestuur in de regel binnen drie maanden beslissen, tenzij de betreffende aanvraag een langere beoordelingstijd of onderzoekstijd vergt. De beslissing op een ingediende aanvraag voor financiële steun zal door het Bestuur via e-mail dan wel schriftelijk aan de aanvrager worden medegedeeld.

Vergoedingen

Artikel 6

  1. De hulp, voortvloeiende uit de in artikel 3 van de statuten vermelde doelstelling, wordt gegeven volgens de richtlijnen en voorwaarden van de daarvoor opgestelde vergoedingsregeling;
  2. deze vergoedingsregeling wordt door het Bestuur opgesteld en indien nodig (jaarlijks) gewijzigd dan wel aangevuld;
  3. bij het toekennen van vergoedingen of tegemoetkomingen kan het Bestuur rekening houden met een vast te stellen drempelbedrag.

 Buitengewone Omstandigheden

Artikel 7

  1. In situaties waarbij voor de deelnemer met name medische kosten ontstaan die niet in dit reglement zijn vermeld, kunnen verzoeken voor een tegemoetkoming worden gericht aan het Bestuur;
  2. indien naar het oordeel van het Bestuur sprake is van een in sociaal/medisch opzicht bijzondere omstandigheid is het Bestuur, op een daartoe ingediend gemotiveerd verzoek van of namens de deelnemer, bevoegd om over te gaan tot een buitengewone uitkering door in voor de deelnemer gunstige zin af te wijken van de aantallen, bedragen, leeftijden, percentages en termijnen, zoals vastgesteld in dit reglement en in de vergoedingsregeling;
  3. indien het Bestuur de hoogte van de ingediende kosten buitensporig acht, hetzij wegens de frequentie waarmee de verrichtingen en/of leveringen hebben plaatsgevonden, hetzij wegens de hoogte van de kosten per verrichting en/of levering, kan voor het berekenen van de geldelijke uitkering worden uitgegaan van een naar oordeel Bestuur redelijkerwijs in aanmerking te nemen vergoeding.

Algemeen

Artikel 8

In alle gevallen waarin de statuten, dit reglement of de vergoedingsregeling van het Fonds niet voorzien, beslist het Bestuur.

Inwerkingtreding

Artikel 9

Dit reglement is voor het laatst vastgesteld op 30 november 2023 en treedt per die datum in werking.